Persbericht Coöperatie Steenergie 9
Coöperatie Steenergie heeft een belangrijke mijlpaal bereikt in haar streven naar meer duurzame energie in Steenwijkerland. De provincie Overijssel heeft bekendgemaakt dat het initiatief van Steenergie is geselecteerd voor verdere ontwikkeling binnen de regeling voor windenergie op land.
“We zijn ontzettend blij dat we een winnend initiatief hebben op een hele goede plek,” vertelt voorzitter Jurjen Helfrich. “We hebben altijd gezegd dat we opwek en verbruik bij elkaar willen brengen. Dat kan op een industrieterrein met één windmolen. Voor de bedrijven op Groot Verlaat is dit een grote kans op een Energyhub met leverzekerheid voor de toekomst. Het past in de gedachte waar al enige tijd aan gewerkt wordt op Groot Verlaat om een GTO (groepstransportovereenkomst) met elkaar aan te gaan om opwek en verbruik op elkaar af te stemmen.”
Selectie uit 76 aanvragen
In de provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt voor een maximaal op te wekken vermogen van 80 GWh, goed voor ongeveer vier windturbines in Steenwijkerland. De aanmeldperiode liep van 1 april tot 30 juni 2025, en in totaal kwamen 76 aanvragen binnen. De beoordelingsuitslag is vandaag, 9 oktober 2025, gepubliceerd.
Voor de gemeente Steenwijkerland werden 23 aanvragen ingediend, waarvan een deel (deels) in de provincie Drenthe ligt. Het totaal aangevraagde vermogen overschreed de vastgestelde bovengrens, waardoor selectie heeft plaatsgevonden op basis van vooraf gepubliceerde criteria.
Uit deze beoordeling is één positie op industrieterrein Groot Verlaat als kansrijk geselecteerd. Alle andere projecten in de gemeente bereiken vooralsnog geen volgende fase.
Samenwerking blijft uitgangspunt
Steenergie heeft de afgelopen jaren sterk ingezet op samenwerking met andere energiecoöperaties en de gemeente Steenwijkerland. Zo werd samengewerkt aan het windinitiatief bij Oldemarkt, waar de gemeente regie voerde, en diende de coöperatie ook voorstellen in voor andere gebieden in de gemeente.
“We zijn verrast door de uitkomst dat op dit moment maar één molen kansrijk wordt geacht,” vervolgt Helfrich. “Maar we pakken deze kans met beide handen aan. In de komende periode blijven we het gesprek voeren met andere partijen, zodat we ook hier kunnen komen tot coöperatieve samenwerking met lokale belanghebbenden.”